In de vrije tekst van Mil stond: De garage is voor drie kwart klaar.
Wat betekent drie kwart? “Drie van de vier delen is al
klaar.”
Sommige dachten aan een breuk.
Het zesde leerjaar dacht aan het omzetten naar een gelijkwaardige breuk.
3/4 = 75/100
“Een gelijkwaardige breuk kan je vinden door teller en noemer te
vermenigvuldigen of te delen met hetzelfde getal.”
75/100 is
ook hetzelfde als 75%
Wanneer gebruik je percent? Bij grote broer of zus zijn
rapport, soms in krantenartikel als ze uitleggen hoeveel er van iets zijn,
zoveel % regenkans, …
Als 7 van de 10 kinderen met de auto komen is het 7/10 = 70/100 = 70%
Als 2 van de 10 kinderen met de bus komen is het 2/10 = 20/100 = 20%
Hoeveel komen er dan met de fiets? 1/10 = 10/100 = 10%
In onze klas zijn 9 meisjes en 11 jongens. Hoeveel meisjes
zijn dat?
9/20 = 45/100 = 45%
Later deden we nog verder onderzoek naar gelijkwaardige breuken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten